Je bent je ingevulde velden bij deze pagina aan het verwijderen. Ben je zeker dat je dit wilt doen?
You are erasing your filled-in fields on this page. Are you sure that is what you want?
Nieuwe Versie BeschikbaarNew Version Available
Er is een update van deze pagina. Als je update naar de meest recente versie, verlies je mogelijk je huidige antwoorden voor deze pagina. Hoe wil je verdergaan ?
There is an updated version of this page. If you update to the most recent version, then your current progress on this page will be erased. Regardless, your record of completion will remain. How would you like to proceed?
Wanneer in onderstaande oefeningen een reactievergelijking gegeven wordt, controleer
dan steeds eerst de stoichiometrische coëfficiënten.
Zoek de juiste coëfficiënten voor de volgende reacties:
Bij de eerste drie oefeningen voorzien we een hint om je te helpen de atoombalans
via eenvoudig redeneren te bepalen. Bij de latere oefeningen geven we de wiskundige
uitwerking met de methode van Bottomley.
Je begint best met . Dit komt zowel bij de reagentia als bij de producten maar één
keer voor en het heeft een hogere index dan .
(a)
We beginnen best met het balanceren van . Dit komt zowel bij de reagentia
als bij de producten maar één keer voor en het heeft een hogere index dan
.
(b)
Enkel voor deze atoomsoort balanceren levert:
(c)
We balanceren als volgt zodat er aan beide zijden 12 van deze atomen
aanwezig zijn en vinden:
(d)
We controleren tot slot nog de -balans en kijken na dat alle coëfficiënten
gehele getallen zijn. Dit is hier in orde.
Veronderstel 1 deeltje , dan verkrijg je in het rechterlid van de reactievergelijking een
oneven aantal -atomen. Dit lukt met gehele coëfficienten in het linkerlid niet. De
coëfficiënt bij is dus minstens 2.
Balanceer eerst. De verhouding tussen en is snel te bepalen. De resterende
coëfficiënten zijn dan makkelijk te vinden.
We zouden hier graag de methode van Bottomley gebruiken. Dit kan indien het
aantal coëfficiënten ten hoogste één meer is dan het aantal te balanceren
atoomsoorten. In deze reactie zijn er 4 coëfficiënten en 3 atoomsoorten en kunnen we
deze methode dus zeker gebruiken.
Schrijf de reactie als:
en maak vervolgens de atoombalans op:
Stel nu bijvoorbeeld . Dan vind je . We bekomen gehele
coëfficiënten door alle getallen te vermenigvuldigen met , zodat
De correcte reactievergelijking is dus
We gebruiken de methode van Bottomley. (5 coëfficiënten, 4 atoomsoorten: OK )
Schrijf de reactie als:
Maak de atoombalans op voor elk element:
Stel opnieuw bijvoorbeeld . Dan vinden we . Vermenigvuldigen
we met 4 om gehele coëfficiënten te bekomen, dan vinden we
De correcte reactievergelijking wordt dus
We gebruiken de methode van Bottomley. (5 coëfficiënten, 4 atoomsoorten: OK )
Schrijf de reactie als:
Maak de atoombalans voor elk element:
Stel bijvoorbeeld , dan vinden we . Vermenigvuldigen we
met 2 om gehele coëfficiënten te bekomen, dan vinden we
De correcte reactievergelijking wordt dus
We gebruiken de methode van Bottomley. (4 coëfficiënten, 4 atoomsoorten: OK )
Schrijf de reactie als:
Maak de atoombalans voor elk element:
Stel bijvoorbeeld , dan vinden we door het stelsel op te lossen. Vermenigvuldigen
we elke coëfficiënt met 4, dan vinden we gehele coëfficiënten namelijk
De correcte reactievergelijking wordt dus
Hoeveel millimol permanganaat-ionen reageren met -ionen in onderstaande reactie?
Er reageert permanganaat.
Wegens de verhouding van de stoichiometrische coëfficiënten, vinden we
en dus is
Merk op dat de eenheid ‘mol’ net als andere eenheden een prefix (hier: milli-) kan
krijgen wanneer we over zeer grote of zeer kleine hoeveelheden willen spreken.
Ammoniak wordt bereid volgens onderstaande reactie:
Hoeveel mol kan er gevormd worden met ?
Er kan gevormd worden.
Wegens de verhouding van de stoichiometrische coëfficiënten, vinden we
zodat we kunnen berekenen dat
Bereken de massa ammoniak die er gevormd kan worden met .
Er zal gram ammoniak gevormd worden.
We zetten eerst de gegeven massa om naar een hoeveelheid mol, via de formule :
Het aantal mol aan is dan
Hiermee kunnen we de massa berekenen:
Bij de verbranding van fosfor (P) ontstaat er gram difosforpentaoxide
().
Vul de correcte coëfficiënten in deze reactievergelijking in.
Hoeveel liter zuurstofgas wordt hiervoor verbruikt bij en ?
Er wordt liter zuurstofgas verbruikt.
(a)
De gebalanceerde reactievergelijking stelden we hierboven al op.
(b)
We berekenen eerst hoeveel mol gevormd werd.
(c)
Uit de reactiecoëffiënten leiden we af dat er zuurstofgas verbruikt
werd.
(d)
Uit de molhoeveelheid van dit reagens kunnen we het gevraagde volume
berekenen. Bij deze omstandigheden is het volume van 1 mol zuurstofgas:
Bij een temperatuur van en een druk van atmosfeer wil men dizuurstofgas
bereiden door ontleding van kwik(II)oxide. Hoeveel gram kwik(II)oxide is hiervoor
nodig? De reactie is
Er is gram kwikoxide nodig.
Denk aan de algemene werkwijze van stoichiometrische berekeningen.
We volgen de algemene werkwijze van stoichiometrische berekeningen.
1. Stel de correcte reactievergelijking op:
2. Herleid de gegevens nu naar molhoeveelheden. We maken hiervoor gebruik van de
ideale gaswet:
3. Er is geen reagens in overmaat aanwezig aangezien er maar één stof reageert.
4. We leiden het aantal mol van de gevraagde stof af. Aangezien
vinden we dat
5. We herleiden de molhoeveelheden van de gevraagde stof naar de gevraagde grootheid.
De airbag vinden we vandaag de dag in nagenoeg alle auto’s terug en moet,
tijdens een botsing, de kans op lichamelijke letsels van de inzittenden, tot een
minimum herleiden. Wanneer een auto botst, wordt de airbag gevuld met
-gas dat ontstaat uit de ontbinding van (natriumazide) volgens de reactie:
Om de bestuurder van een voertuig voldoende efficiënt te beschermen moet de
airbag in een fractie van een seconde een volume bezitten van minimum 35 liter.
Hoeveel gram moet er dan minstens aanwezig zijn om een volume van -gas te
verzekeren bij een temperatuur van en een druk van 1 atmosfeer?
Er moet minstens gram aanwezig zijn.
We volgen de algemene werkwijze voor stoichiometrische berekeningen.
1. De correcte reactievergelijking is hierboven gegeven: de stoichiometrische
coëfficiënten moeten niet aangepast worden.
2. We zetten de gegevens om naar molhoeveelheden. Aangezien
een gas is, maken we gebruik van de ideale gaswet:
3. Er is geen beperkend reagens in deze situatie aangezien er maar één reagens
deelneemt aan de reactie.
4. We leiden het aantal mol van de gevraagde stof af. Uit de stoichiometrische coëfficiënten
leiden we af dat
zodat we berekenen dat
5. We herleiden tenslotte de molhoeveelheid van de gevraagde stof naar de gevraagde grootheid:
Het gehalte aan ureum () in urine kan bepaald worden op basis van onderstaande
reactievergelijking.
Bij en een druk van komt uit een dagelijkse urineafscheiding van een hoeveelheid
van liter vrij. Hieruit kunnen we afleiden dat urine mol/L ureum bevat.
Het aantal mol stikstofgas in een volume van 10 liter berekenen we aan de hand van
de ideale gaswet.
Uit de gebalanceerde reactievergelijking weten we dat er voor elk deeltje stikstofgas
origineel ook één deeltje ureum aanwezig was. De originele concentratie ureum was
dus:
Men voegt een overmaat zwavelzuur toe aan natriumsulfiet. Bereken
hoeveel liter zwaveldioxide ontstaat, als gegeven is dat bij de
reactie-omstandigheden de dichtheid van zwaveldioxide is. De reactie is
Er ontstaat liter zwaveldioxide.
1. De coëfficienten in de reactievergelijking hierboven zijn toevallig allemaal gelijk
aan 1. De reactievergelijking was al gebalanceerd.
2. We bepalen eerst het aantal mol natriumsulfiet uit de gegeven massa en de molaire massa van deze stof.
en dus
3. is het beperkend reagens aangezien vermeld werd in de opgave dat zwavelzuur in
overmaat is toegevoegd.
4. We leiden het aantal mol af van de gevraagde stof. Alle
stoichiometrische coëfficiënten hebben waarde 1, dus vinden we meteen
5. We herleiden de molhoeveelheid van de gevraagde stof
naar de gevraagde grootheid. We berekenen eerst de massa:
Uit de gegeven dichtheid en de massa van deze stof kunnen we nu het volume
berekenen.
Chloorgas kan bereid worden door reactie van waterstofchloride met bruinsteen:
Hoeveel liter chloorgas kan men op die manier bij en bereiden uit bruinsteenerts
dat slechts bevat?
Er wordt chloorgas gevormd onder deze omstandigheden.
De gegeven reactievergelijking is reeds correct wat betreft stoichiometrische coëfficiënten.
Uit de definitie van massaprocent halen we dat (waarbij staat voor een bepaalde stof)
Voor , dit geeft Hieruit berekenen we dan het aantal mol:
We leiden hier dan het aantal mol van de gevraagde stof uit af. Aangezien
de stoichiometrische coëfficiënten van en gelijk zijn, vinden we
We zetten tenslotte de molhoeveelheid van de gevraagde stof om naar het gevraagde
volume:
Men laat onzuiver zink reageren met een overmaat verdunde -oplossing. Hierbij
ontstaat -gas bij een druk van en . Bereken het zuiverheidsgehalte (in ) van het
stuk zink (in de veronderstelling dat de onzuiverheden niet reageren met ). De reactie
is
Het zuiverheidsgehalte is %.
De gebalanceerde reactievergelijking is
We zetten de gegevens om naar molhoeveelheden via de ideale gaswet:
We leiden het aantal mol af van de gevraagde stof. Aangezien
de stoichiometrische coëfficiënten van en gelijk zijn, vinden we
We zetten deze molhoeveelheid om naar een massa:
Hiermee berekenen we dan het massaprocentueel gehalte:
wordt gesynthetiseerd volgens onderstaande reactie:
Wat is in deze reactie het beperkend reagens indien vertrokken wordt van , en ?
We kunnen in dit geval de methode van Bottomley gebruiken.
Als we de atoombalans opmaken, vinden we volgend stelsel:
Al-balans:
O-balans:
C-balans:
Cl-balans:
Stellen we bijvoorbeeld , dan vinden we de stoichiometrische coëfficiënten
De reactievergelijking wordt dus
We bepalen nu de molhoeveelheden aan de hand van
de gegeven massa’s en de molaire massa van de reagentia:
We kunnen het beperkend reagens bepalen door het aantal mol van elk reagens te delen door de
stoichiometrische coëfficiënt.
We bekomen de laagste waarde voor . Deze stof zal dus eerst opgebruikt worden en
het beperkend reagens voor deze reactie zijn.
Met behulp van een schema kunnen we dit controleren.
Voor reactie:
Omzetting:
Na reactie:
Men laat gram diwaterstof reageren met gram dizuurstof in een volledig aflopende
reactie ter vorming van water.
Schrijf de reactievergelijking die bij deze reactie hoort.
Tijdens deze reactie reageert er gram zuurstofgas weg.
De reactievergelijking schrijft voor dat er twee deeltjes waterstofgas reageren met elk deeltje
zuurstofgas. Als we uitrekenen hoeveel mol er van deze gassen aanwezig is dan vinden we dat:
Er is dus een grote overmaat waterstofgas aanwezig. De volledige aan zuurstofgas
zal wegreageren.
Tijdens deze reactie kan maximaal gram water gevormd worden.
In de vorige deelvraag bepaalden we dat er van het beperkende reagens zuurstofgas
reageerde. Uit de stoichiometrische coëfficiënten kunnen we afleiden dat er dubbel
zoveel deeltjes water gevormd worden. De massa van het gevormde water
is:
Veronderstel volgende reactie:
Hoeveel gram -gas ontstaat er bij de reactie van met bij en een druk van ?
Er ontstaat gram koolstofdioxide.
Voor de eerste deelvraag volgen we de algemene werkwijze van stoichiometrische
berekeningen.
1. Balanceer de reactievergelijking correct:
2. We herleiden de gegevens naar de gevraagde molhoeveelheden:
Hieruit berekenen we dan dat
3. Het beperkend reagens bepalen we door het aantal mol van
elk reagens te delen door de stoichiometrische coëfficiënten.
We bekomen de laagste waarde voor . Dit is het beperkend reagens en kan volledig
wegreageren.
Samengevat in een schema, wordt dit:
Voor reactie:
Omzetting:
Na reactie:
Er blijft dus een kleine hoeveelheid over. Voor deze deeltjes is er geen reactiepartner
meer beschikbaar.
4. We leiden het aantal mol van de gevraagde stof af: aangezien
vonden we dat
5. Tenslotte herleiden we deze molhoeveelheid naar de gevraagde grootheid:
Met hoeveel liter komt dit overeen?
Dit komt overeen met liter koolstofdioxide-gas.
is een gas en dus maken we gebruik van de ideale gaswet:
Tijdens deze reactie is het reagens in overmaat is
Hiervan blijft er gram over na de reactie.
Voor de derde deelvraag, merken we op dat in overmaat aanwezig is. De tabel bij de eerste
deelvraag geeft weer hoeveel mol overblijft na de reactie. Dit kunnen we omzetten naar een massa
Men laat aluminiummetaal reageren met -gas volgens de reactie
Duid alle correcte stellingen over deze reactie aan.
We stellen de correcte reactievergelijking op, en berekenen daarmee de omzettingen
(in mol) van iedere stof:
Voor reactie:
Omzetting:
Na reactie:
Merk op dat het beperkend of limiterend reagens hier is, aangezien de verhouding
van aantal mol tegenover stoichiometrische coëfficiënt het kleinste is:
(a)
Deze uitspraak is juist, zoals de bovenstaande tabel aantoont.
(b)
Deze uitspraak is fout: er blijft over.
(c)
Er blijft aan over. Dit zetten we om naar een massa:
Deze uitspraak is dus juist.
(d)
Als we drie mol aan toevoegen, dan wordt de tabel:
Voor reactie:
Omzetting:
Na reactie:
Deze uitspraak is dus niet correct. Merk op dat in deze situatie er evenveel
mol aan en aanwezig is, maar er reageert meer weg door de grotere
stoichiometrische coëfficiënt.
De reagentia en reageren tot het reactieproduct . Welke van de volgende mengsels
van reagentia is een stoichiometrisch mengsel?
Stel eerst de reactievergelijking op met correcte stoichiometrische coëfficiënten.
We stellen eerst de reactievergelijking op met correcte stoichiometrische coëfficiënten.
We zien nu dat van het reagens tweemaal zo veel wegreageert als van . Dit impliceert
dat een stoichiometrisch mengsel nood heeft aan de molverhouding
Dit vinden we enkel terug bij optie C. In het schema hieronder tonen we nog even aan dat bij deze beginhoeveelheden alle
reagentia inderdaad volledig wegreageren.
Voor reactie:
Omzetting:
Na reactie:
2024-07-16 11:37:52
Start typing the name of a mathematical function to automatically insert it.
(For example, "sqrt" for root, "mat" for matrix, or "defi" for definite integral.)
Controls
Press...
...to do
left/right arrows
Move cursor
shift+left/right arrows
Select region
ctrl+a
Select all
ctrl+x/c/v
Cut/copy/paste
ctrl+z/y
Undo/redo
ctrl+left/right
Add entry to list or column to matrix
shift+ctrl+left/right
Add copy of current entry/column to to list/matrix
ctrl+up/down
Add row to matrix
shift+ctrl+up/down
Add copy of current row to matrix
ctrl+backspace
Delete current entry in list or column in matrix
ctrl+shift+backspace
Delete current row in matrix
×
Start typing the name of a mathematical function to automatically insert it.
(For example, "sqrt" for root, "mat" for matrix, or "defi" for definite integral.)