Rangschik de inter- en intramoleculaire krachten van zwak naar sterk.
- Verberg vooruitgang Toon vooruitgang
- Verwijder je antwoorden (op deze pagina)
Daarnaast zijn er ook interacties tussen moleculen onderling die de moleculen samenhouden. Dit noemen we de intermoleculaire krachten. Deze intermoleculaire krachten zijn heel wat zwakker dan de intramoleculaire krachten, en ze zijn heel bepalend voor de fysische eigenschappen van stoffen zoals dichtheid, kook- en smeltpunt, oplosbaarheid, …
Polaire moleculen hebben een netto-dipoolmoment dat niet gelijk is aan nul. Als twee polaire moleculen zich kort genoeg bij elkaar bevinden, plaatsen ze zich zodanig ten opzichte van elkaar dat de twee dipolen net tegengesteld aan elkaar gericht zijn. Het positieve uiteinde van de ene dipool trekt het negatieve uiteinde van de andere dipool aan.
Apolaire moleculen trekken elkaar aan door tijdelijke dipooltjes. Ook in apolaire moleculen zijn de elektronen niet op elk moment symmetrisch verdeeld. Door verplaatsingen van elektronen ontstaan er tijdelijke dipolen die in naburige moleculen geïnduceerde dipolen doen ontstaan. Tussen deze tijdelijke geïnduceerde dipolen vindt een zwakke aantrekkingskracht plaats die men dispersiekracht of londonkracht noemt.
De sterkte van de dispersiekrachten neemt toe naarmate er meer elektronen in de moleculen voorkomen en dus met toenemende massa. Dispersiekrachten zijn zeer zwak, maar komen (vooral in grotere apolaire moleculen) zo veelvuldig voor dat ze een belangrijke intermoleculaire kracht vormen.
Sommige moleculen bezitten een waterstofatoom gebonden aan een klein en heel elektronegatief atoom zoals stikstof, zuurstof of fluor. Door het grote verschil in elektronegativiteit is waterstof partieel positief geladen. Indien in een tweede molecule eveneens een klein en heel elektronegatief atoom voorkomt (stikstof, zuurstof of fluor) dat partieel negatief geladen is, dan ontstaat een sterke aantrekking tussen dit partieel negatieve atoom en het partieel positieve waterstofatoom van het andere molecule. Deze sterke intermoleculaire kracht noemen we een waterstofbrug. Waterstofbruggen worden vaak aangeduid met stippellijnen tussen atomen van verschillende moleculen.
Tussen het partieel negatief geladen O atoom van één watermolecule en het partieel positief geladen H atoom van een tweede watermolecule ontstaat een waterstofbrug: